
05 jun De zomer van Berry, Brazilië en het bandje van Klokgieters
Het was begin juni 1994. Nederland en dus ook Helmond maakte zich op voor het WK voetbal in de Verenigde Staten; niet alleen de daken van de Oranjebuurt kleurden oranje. Dat alles werd vredig begeleid door de klanken van de hits van toen, zoals No Limit van 2 Unlimited en One van Metallica. Je kon goed merken dat de stad langzaam in zomerse sferen kwam. Veel anders zo goedgeklede Helmonders liepen in korte broek en shirt door de Veestraat of over de Markt.
Die zomer was er nóg een opvallend modetafereel, vooral in de buurt van de Mierloseweg waar ik toen woonde. Dat was de verdienste van twee mensen: Berry van Aerle, die geen toelichting nodig heeft, en Ramon van Ras, eigenaar van snackbar De Happelaar. Eerstgenoemde had zijn beste voetbaljaren een eindje achter zich liggen en was al 31. Laatstgenoemde – niet vies van grote porties friet en chauvinisme – vond dat Berry nog prima mee kon, ook naar Amerika. Om die overtuiging kracht bij te zetten, schilderde hij in grote, witte letters ‘BERRY IN ORANJE’ op de etalageruit. Daar was veel voor te zeggen, want online petities waren er in die tijd natuurlijk nog helemaal niet. Ook liet hij witte shirts bedrukken met bijna diezelfde, haast filosofische oneliner, alleen niet in witte letters maar oranje. Die verkocht hij in limited edition bij De Happelaar.
Het is heel vreemd, maar het offensief leidde er niet toe dat bondscoach Dick Advocaat Berry alsnog meenam naar Amerika. In plaats daarvan nam de coach Marc Overmars mee. Mobiele telefoons met camera waren er natuurlijk nog niet, anders had de snelle rechtsbuiten ongetwijfeld een keer een foto van zijn trainer gemaakt. Een soort Dickpic avant la lettre. Hoe dan ook: toen mijn vader op onze vaste Happelaaravond thuis kwam met een papieren tasje vol friet en daarin ook nog een Berry in Oranje-shirt – echt een vet shirt – was ik daar dolblij mee. Ik droeg het met trots.

Het shirt van toen heb ik niet meer, maar er is maar weinig wat ChatGPT niet kan. Net als Berry in zijn betere jaren.
De familie Klokgieters
De vroege zomer van 1994 was ook het moment waarop ik voor het eerst het befaamde cassettebandje van de familie Klokgieters in handen kreeg. Dat bandje verspreidde zich door mijn vriendengroep als de griep in de dagen na carnaval. Binnen de kortste keren kende iedereen heel wat sketches van buiten. Mocht je geen idee hebben waar ik het over heb: de familie Klokgieters was een hoorspel over een familie uit het Haagje. Harrie zat in de wééwéé en zijn vrouw Marie kwèèkte vooral. Harrie en Marie maakten allemaal grappige dingen mee. De fictieve familie werd al snel een begrip in Helmond.
Het werd vanzelf juli. Na de poulefase van dat WK gingen mijn ouders en ik op vakantie, naar onze vaste camping in het zuiden van Frankrijk. Ik kwam graag op die plek, maar miste Helmond ook al snel. Misschien kon je dat wel heimwee noemen. Ik miste mijn vrienden, golden retriever Tim en kater Daan (andere katers kwamen later; ik was toen pas veertien), Mario Kart op de Super Nintendo, mezelf verlekkeren aan toen voor mij nauwelijks betaalbare grungerockalbums in de cd-bakken van de V&D of Melody Shop, doelloos door onze wijk en Stiphout fietsen op mijn mountainbike, die dingen. Dingen die toen heel normaal waren.
Daarom nam ik maar stukjes Helmond mee op vakantie. Op de achterkant van onze Alpen Kreuzer-vouwwagen had ik een ‘Helmond zo👍’-sticker geplakt. Het Berry in Oranje-shirt? Dat ging als eerste mijn koffer in, als ik het al niet aan had in de auto. Ook mijn Helmond Sport-shirt, met Kips-logo op de voorkant, ging mee. Het bandje van de Klokgieters zat een groot deel van de reis in de ingebouwde cassettespeler van onze Volvo 460. Mijn pa en ik zaten hard te gniffelen, als Harrie weer eens uitviel tegen de controleur van de ziektewet, Chriet Titulaer of de Jehovagetuigen aan de deur.

De bewuste sticker.
Sony-walkman
Eenmaal op de camping zat de tape onafgebroken in mijn Sony-walkman. In mijn tentje, bij de pingpongtafel, tijdens het afwassen of onderweg naar de campingwinkel: altijd en overal luisterde ik het. Op de camping waren veel vakantievrienden uit Nederland en sommige liet ik een grappig stukje luisteren. Al snel werden gevleugelde citaten als ‘Harrie, ze zin hier van Jo Hova!’ en ‘Onzen Harrie is karweiuh!’ bon ton aan de Franse zuidkust. Ook op het bescheiden, door hekken afgebakende kampeerterrein werd de familie Klokgieters een begrip.

De bewuste tape heb ik nog. Een cassettespeler om ‘m af te spelen helaas niet meer.
Wéér geen wereldkampioen
Op zaterdagavond 9 juli speelde Nederland de kwartfinale van het WK. Die wedstrijd werd uitgezonden op het terras van de bar, op een ongetwijfeld loodzware, naar buiten gesjouwde televisie. Ondanks de spiegeling van de avondzon op het scherm was goed te zien dat Nederland er een bonte kermis van maakte. De Oranje-verdediging had duidelijk ook weekend, werd aan alle kanten voorbij gelopen, Romario, Bebeto en Branco scoorden en Nederland vloog eruit. Met Berry in Oranje was dat nooit gebeurd, dacht ik. Dat denk ik trouwens nog steeds.
Nu was het niet zo dat medekampeerders automatisch een erehaag vormden als ze merkten dat je uit Helmond kwam. Helmond werd een beetje gezien als het gehandicapte kleinere broertje van Eindhoven. De mening over de stad was wat gekleurd door niet al te positief nieuws over opgerolde hennepkwekerijen en andere kleine overtredingen. Degenen die daadwerkelijk eens in Helmond waren, herinnerden zich vooral de trainingspakken en rokende schoorstenen van textielfabrieken. Er werd een beetje lacherig over gedaan. Dat vond ik eigenlijk wel mooi. Zoals ik het ook leuk vond om fan te zijn van een undergroundbandje waarvan nog bijna niemand had gehoord. Je zag in die tijd op straat niet alleen shirts met ‘Wij willen Berry in Oranje’, maar ook met ‘Helmond. Nobody likes us. We don’t care.’ Die kon zo op een tegeltje.
Berry naar De Braak
In de campingwinkel verkochten ze ook Nederlandse kranten en de Telegraaf. De krant van maandag was pas op donderdag verkrijgbaar, maar dat boeide niet. Het leven op de camping voltrekt zich sowieso in een lagere versnelling dan thuis. Het eerste wat ik deed na de krantenlevering, begin van de middag, was de sportpagina openslaan en zoeken naar de uitslagen van de oefenwedstrijden van Helmond Sport. Van die uitslagen werd je op zich niet heel vrolijk.
Ergens anders werd ik wél vrolijk van. Het zal vlak na de WK-finale zijn geweest dat de Telegraaf kopte: ‘Berry van Aerle vervolgt carrière bij Helmond Sport’. Nu is niet automatisch alles wat in de Telegraaf staat waar, maar ik geloofde het graag. En het klopte ook nog. Berry was bij PSV niet meer nodig en ging in zijn eigen stad voetballen, kon-ie op zijn fiets naar de trainingen en wedstrijden. Dat vond ik nogal wat. Een speler die in Oranje thuishoorde, bij mijn lievelingsclub. In mijn gedachten was het kampioenschap in de eerste divisie al binnen. De werkelijkheid bleek iets anders, maar met de dertiende plaats kon Helmond Sport ook prima thuiskomen.
Prima thuiskomen
Prima thuiskomen deed ik zelf eind juli of begin augustus, een stuk meer gebronsd dan bij vertrek. In de tijd dat ik in Frankrijk was, was Helmond ook wat veranderd. Juist wat kleurlozer, misschien. Het oranje was uit de straten en etalages verdwenen. De letters waren van het raam van De Happelaar. De hoop op een eerste WK-titel had plaatsgemaakt voor eerst teleurstelling en al snel berusting. Dat dat daarna nog vaak zou gebeuren, kon niemand toen weten. Het werd alweer wat eerder donker en de opwinding van de vroege zomer werd langzaam wat minder.
Toch vond ik het heerlijk om weer in Helmond te zijn. Want ook al had ik een redelijk assortiment Helmondse souvenirs, zoals shirtjes en de Klokgieterstape, meegenomen naar Zuid-Frankrijk; toen we langs het plaatsnaambordje Helmond met daaronder de ‘Helmond zo👍’-poster passeerden, voelde dat als thuiskomen. Met de vouwwagen nog aangekoppeld sprong ik op mijn mountainbike en bezocht ik de huizen van vrienden, die bijna allemaal nog op vakantie waren. Ook ging ik naar de V&D en kocht ik een cd van Pearl Jam van mijn zak- en vakantiegeld. Niet veel later maakte Berry van Aerle zijn debuut op De Braak en ik vond het prachtig om dat te zien. Hij speelde dat seizoen maar vijftien wedstrijden en sjokte meer dan hij sprintte zoals in zijn beste jaren, maar goed. Het komt wel vaker voor dat de voorpret leuker is dan de werkelijkheid.
Nostalgie
De Happelaar bestaat niet meer. Onze Volvo en vouwwagen van toen staan niet meer op hun wielen. Onze vertrouwde Franse camping bestaat niet mee. Het is nu veranderd in een mobile home-paradijs met meer stacaravans dan aan de Bakelsedijk. Voor een foto bij dit verhaal zocht ik pas, in het huis van mijn moeder, nog naar het Berry in Oranje-shirt uit 1994. Tevergeefs. Die dingen zijn uit mijn leven verdwenen als een vlek in een Dash-commercial.
Gelukkig zijn de herinneringen nog springlevend. En staan veel van de avonturen van de familie Klokgieters op YouTube. Ruw en ongeremasterd. Je hoort het gekraak en gepiep van cassettebandjes die tientallen keren zijn gekopieerd nog. Dat zal het geluid van nostalgie wel zijn.
Dit verhaal verscheen ook in het Helmonds Vakantiebestoek Deel 2, dat je hier kunt bestellen voor maar 15 euro.
Geen reactie's